Actueel

Artikel 13 gaat cliënt met psychische problemen ongeluk brengen

wo 11 jun 2014 - Ingrid Weijnen

Terwijl ik deze column schrijf heeft Den Haag net een besluit genomen over de vrije artsenkeuze. Het was te hopen dat die overeind bleef. Dat is ten dele zo. Men mag hulp zoeken bij de huisarts, tandarts, fysiotherapeut of verloskundige van eigen keuze. Maar, in ieder geval vanaf 2016, niet bij een medisch specialist, psycholoog of andere ggz-behandelaar. We zijn weer terug bij af: scheiding van lichaam en geest. Dit terwijl we juist lichamelijke en psychische behandeling dichter bij elkaar aan het brengen zijn, bijvoorbeeld door de praktijkondersteuner ggz in de huisartsenpraktijk aan te stellen. De impact bij beperking van vrije keuze is groot. Voor de ggz als geheel, voor de instellingen, voor de counselor, maar bovenal: voor de cliënt.

In het debat over vrije artsenkeuze krijgt het kostenaspect de meeste aandacht. Jammer, want wie verder kijkt naar de psychologische aspecten, kan niet anders concluderen dan dat vrije artsenkeuze, of beter nog, de vrije zorgkeuze, moet blijven bestaan. Wat vindt iemand met een burn-out, verslaving of andere psychisch-gerelateerde aandoening het belangrijkst? Eigen regie. Een enquête in de Week van de Psychiatrie  geven ggz-cliënten dat duidelijk aan: volgens 70 procent geeft eigen inzet, eigen initiatief, kracht en doorzettingsvermogen het meeste houvast in een behandeling. Bij eigen regie past ook de keuze voor een eigen behandelaar. Diverse onderzoeken bevestigen dat degene die bewust zijn of haar eigen psychiater of psycholoog kiest sterker in de behandeling staat. Daarmee wordt de kans op genezing, of in ieder geval beter kunnen leven met een aandoening, aanzienlijk groter.

Naast het oogpunt van een bewuste keuze is er nog een andere factor van belang: de match tussen behandelaar en cliënt. Als counselor heeft u te maken met tientallen organisaties. U kent het profiel van degene die u helpt. U kan snel en op basis van korte lijntjes beoordelen en heeft goede ervaringen opgebouwd met psychiaters en psychologen. Die berg ervaring kan niet op tegen een keuze die een zorgverzekeraar maakt op basis van inkoopcontracten.

Voorstanders van de beperking van de vrije artsenkeuze schermen nog met een ander argument, dat de ggz specifiek aangaat: de cowboys. Incapabele nieuwkomers die met niet-bewezen methoden cliënten behandelen. Nu is niemand gebaat bij deze ‘cowboys’, maar de beperking van de vrije keuze hoeft dat probleem niet op te lossen. Met een toetsingspakket waarbij de nieuwkomers werken met ROM-metingen, transparant zijn over hun werkwijze, zich aangesloten hebben bij een branche vereniging en hun certificaten op orde hebben wordt het kaf van het koren al duidelijk gescheiden. En daarmee blijven de positieve aspecten van nieuwkomers kaarsrecht overeind staan: hun innovatieve vermogen in de markt en meer variatie voor de cliënt die zelfbewust een behandelaar wil kiezen.

Ik hoop dus van harte dat Den Haag terugkomt op de beperking van de vrije behandelkeuze in de GGZ in 2016. We hebben nog anderhalf jaar de tijd om actie hiertegen te voeren!

Ingrid Weijnen is psychotherapeut en Directeur Behandelzaken bij ggz-kliniek U-center. U-center behandelt mensen met psychische problemen als gevolg van depressie, burn-out, verslaving, angst en trauma. Volg U-center op twitter.