Actueel

Column: Maladaptive Daydreaming

Een vrij onbekend begrip waarvoor meer aandacht nodig is

di 15 mrt 2022 - Ankie Driessen

Een goede vertaling vanuit het Engels is er niet voor 'maladaptive'. Bij de Hersenstichting gebruikt men het Nederlandse woord 'maladaptief' voor gedrag dat slecht is aangepast aan bepaalde omstandigheden. In de westerse maatschappij zijn veel te weinig bewegen en veel te veel eten bekende voorbeelden van maladaptief gedrag die ziekmakend kunnen zijn. Als je die omschrijving doorvoert kan het inderdaad worden uitgelegd dat maladaptive daydreaming (MD) slecht en ziekmakend kan zijn.

We denken bij dagdromen al snel aan een strand bijvoorbeeld op Ibiza. Dat dagdromen hebben en kennen we allemaal. Het wordt ernstig als je niet meer zonder de dagdromen kunt leven en in verschillende werelden leeft. Heel langzaam word je er in meegezogen…

Het kan voortkomen uit ernstige situaties, zoals na een trauma, dat iemand de werkelijkheid ontvlucht. Het kan echter ook uit verveling ontstaan of bijvoorbeeld uit adoratie voor iets of iemand. De coronatijd kan wellicht ook voor mensen een aanleiding zijn geweest om hierin te vluchten. Het klinkt misschien nog vrij onschuldig maar wanneer daydreaming meer dan een gewoonte wordt, kan het gevaarlijk zijn omdat die droomwereld dan een bepaalde werkelijkheid voor je wordt. Je leeft dan in twee of meer werelden. Het is dan een verslaving geworden. Het maakt je afhankelijk maar zorgt er ook voor dat je noch 100% in de ene wereld leeft noch in de andere. Je wisselt de werelden af maar  vaak lopen ze in elkaar over. Als de werelden door elkaar lopen kunnen mensen er flink van in de war raken en grote psychische problemen krijgen.

Overigens is duidelijk dat mensen in aanleg een soort van ‘talent’ voor MD moeten hebben en dat het vaak wordt getriggerd door bewegen en muziek.

Of het een nieuwe stoornis is, is niet belangrijk. Het is wel belangrijk te weten dat ongeveer 1 à 2 % van de Nederlanders maladaptive daydreamt. Het is de Israëlische professor Eli Somer van de Haifa Universiteit die in zijn praktijk als psychiater ontdekte dat veel van zijn patiënten er tijdens het consult niet bewust bij waren en wegdroomden. Hij heeft ook de Nederlandse situatie bestudeerd en prognoses van het aantal aandoeningen kunnen maken. Volgens zijn schatting zitten ongeveer 34.000 mensen door de onbekendheid van de aandoening zonder hulp. Met als gevolg dat mensen in de droomwereld blijven leven en er meestal uit schaamte ook over zwijgen.

Het heeft bijna 20 jaar geduurd voordat Somer bijval kreeg en voordat meer behandelaars over de hele wereld tot de conclusie kwamen dat veel mensen op een bijzondere manier dagdromen.

Mijn eigen ervaring met MD stamt vanuit mijn kinderjaren. Ik was een jaar of 8 toen ik door veel heftigheid thuis, bijna gedwongen was om in een daydreaming te gaan leven. Ik kon de werkelijkheid niet meer aan nadat ik diverse trauma’s had opgelopen.

Mijn eigen moeder was sinds mijn geboorte vrijwel uit beeld. Mijn vader maakte wel deel uit van het gezin waar ik opgroeide. Ik voelde als kind aan dat de vrouw bij wie ik opgroeide niet mijn echte moeder was, al werd dit niet verteld. Er was geen enkele liefde. Ik klampte me voor alles wat ik in me had aan mijn vader vast. Het was mijn grote held en we hadden veel liefde voor elkaar. Totdat ik hoorde dat hij een vriendin had. Het zou tien jaar duren voordat de beslissing viel dat hij definitief ons gezin verliet. Daarvoor was hij in al die jaren soms maanden zoek. Ik kon het niet aan. Voelde me niet goed genoeg en afgewezen. Omdat in de situatie geen verandering kwam moest ik om niet gek te worden, zo voelde het omdat ik alleen stond, een noodweg inslaan.

Ik creëerde in mijn hoofd daarom een superman. Iemand die veel van me hield, veel liefde gaf en er vooral altijd voor me was. Ook uiterlijk en maatschappelijke omstandigheden moesten optimaal zijn aan die persoon. Dat beeld bouwde ik perfect en volledig uit vanaf dat ongeveer 8-jarige meisje. De situatie verergerde doordat ik in die tijd ook seksueel misbruikt werd.

Tot ongeveer mijn 20e jaar bleef ik bewust dromen. Alles moest kloppen aan het ideaal maar ik bouwde ook in – omdat ik bang was opnieuw te worden verlaten – dat ik het ideaal ook weer kon afbreken als dat nodig mocht zijn. Dat ik toch altijd kon zeggen dat een man eigenlijk niet goed genoeg voor mij was.

Ik was met die maladaptive daydreaming overdag heel bewust en actief bezig maar ook in mijn bed ging het door. Het hielp me tegen de ergste pijn en verdriet. Mijn dagdroom zorgde er voor dat ik het leven enigszins aankon. Op school zat ik altijd naar buiten te turen en werd mij gevraagd waarover ik zat te dromen. Ik begreep er niks van want voor mij was het een reële wereld waar ik over dacht.

Op mijn 19e jaar leerde ik de man kennen met wie ik later trouwde. Had daarvoor veel vriendjes gehad maar ze waren uiteraard nooit goed genoeg. Ze vonden mij altijd spannend wat geen wonder was met zo’n verborgen verhaal. Mijn man was de liefste van de wereld. Helaas kon hij natuurlijk niet op tegen de superman in mijn hoofd. Ik wilde altijd meer in de liefde voelen wat in het echt natuurlijk niet bestond. Na ruim 20 jaar kon hij het niet meer aan. De daydreaming bleef ook tijdens mijn huwelijk latent aanwezig.

Niet veel later ontmoette ik een man die wel aan mijn droombeeld voldeed. Helaas was het een soort duplicaat van mijn vader. Niet erg betrouwbaar en veel vriendinnen. Door hem heb ik wel de weg van verdriet en pijn terug kunnen lopen die ik jaren uit de weg had kunnen gaan door de maladaptive daydreaming. Het zou een zware terugweg worden maar ik moest weer terugkomen op deze aarde. Het was met behulp van een psychiater decennia lang een uiterst verdrietige en pijnlijke weg terug. Ik ben nu 71 en kan zeggen dat mijn hele leven in het teken van de maladaptive daydreaming heeft gestaan.

Ik gun niemand zo’n omslachtige levensweg ook al zat er zeker ook een 'mooie' kant aan de daydreaming gekoppeld. Maar het is vooral een uiterst moeizame wijze om bijvoorbeeld door jeugdperikelen of vanuit andere oorzaken, die weg te moeten bewandelen. 


Ankie Driessen is journaliste, schrijfster en ervaringsdeskundige; vanaf 1969 ervaring op redacties van dag-, week- en vakbladen en radio. Zij schreef 3 boeken, te weten Gevangen in mijn dagdroom, Je zult maar net dat kind zijn...  en Praktijkboek Psychotrauma. Driessen is lid van het landelijk traumateam en werkte mee aan enige zorgstandaards. Zij geeft lezingen als ervaringsdeskundige.