Actueel

Nabestaanden suïcide niet altijd gebaat bij lotgenotencontact

di 15 okt 2013

Elke week overlijden in Nederland dertig mensen door zelfdoding. Dat is twee keer zoveel als in het verkeer. Nabestaanden vinden het vaak ingewikkeld om erover te praten. Ze krijgen ook veel minder steun als het om suïcide gaat, blijkt uit onderzoek. Psychiatrisch verpleegkundige dr. Marieke de Groot deed onderzoek naar rouw en gezondheidsklachten bij nabestaanden na suïcide. Onlangs publiceerde ze op de website van het toonaangevende British Medical Journal. Nabestaanden na zelfdoding die lotgenotencontact hebben gezocht, ervaren meer gezondheidsklachten dan nabestaanden na zelfdoding die dat niet hebben gedaan. Dat is de meest opmerkelijke bevinding van Marieke de Groot.

Bent u verbaasd over deze bevinding?
“Ja, best wel. We gaan er automatisch vanuit dat praten met lotgenoten goed is. In dit onderzoek hebben we echter niet kunnen aantonen dat lotgenotencontact altijd helpt bij gezonde rouw. We hebben overigens ook niet kunnen aantonen dat het slecht is om met lotgenoten te praten, dat wil ik wel duidelijk vermelden. Het onderzoek lijkt er voorzichtig op te wijzen dat lotgenotencontact contraproductief kan werken voor de groep mensen die problemen heeft met rouw. De vraag is nu hoe dat kan.”

Wat denkt u dat het antwoord is? 
“Een verklaring kan zijn dat juist mensen bij wie de rouw problematisch verloopt, de behoefte voelen om daar met lotgenoten over te praten. Dan heb ik het over de groep zeer kwetsbare mensen die te maken krijgt met gecompliceerde rouwklachten. Zoals een obsessief verlangen naar de overledene, gevoelens van zinloosheid, depressieve gevoelens en suïcidale gedachten. We kunnen echter geen uitspraken doen over een causale relatie tussen lotgenotencontact en gezondheidsklachten. We hebben namelijk geen groepen met elkaar vergeleken, maar over een periode van een aantal jaren gekeken welke klachten nabestaanden hebben en welke vormen van hulp zij hebben gezocht.”

Hoe heeft u deze nabestaanden gevonden?
“Dit onderzoek is een vervolgstudie op mijn promotie-onderzoek uit 2008 waarbij het effect werd gemeten van een kortdurend nazorgtraject op de gezondheidsrisico’s bij nabestaanden van suïcide. We hebben deze mensen gevraagd of ze mee wilden werken aan deze vervolgstudie.”

Wat is de conclusie van uw onderzoek ?
“Voor mensen die geen psychische  klachten hebben of ooit hebben gehad, is hulp bij rouw niet per definitie van toegevoegde waarde. Wel hebben zij vaak behoefte aan informatie. Bijvoorbeeld of suïcide ‘in de familie’ zit en hoe je suïcidaal gedrag kunt herkennen. Voor mensen die zich schuldig voelen aan de suïcide of die gevoelig zijn voor het ontwikkelen van een depressie, gecompliceerde rouw of suïcidegedachten, kan professionele hulp bij rouw wel bijdragen aan de vermindering van gezondheidsklachten.”

Hoe past uw onderzoek binnen het thema Healthy Ageing van het UMCG?
"Nabestaanden van suïcide hebben een verhoogd risico op allerlei psychische en lichamelijke problemen. Onderzoeken uit binnen- en buitenland wijzen dat uit. Als we de groep kwetsbare mensen beter in kaart brengen, kunnen we ze ook beter helpen. Daarmee voorkomen we dat hun gezondheidsklachten verergeren.”

Ze wil bereiken dat haar werk bijdraagt aan een verandering in de houding van de samenleving ten opzichte van suïcide. “Suïcide is een verborgen probleem. Nabestaanden vinden het moeilijk om erover te praten. Ze krijgen ook veel minder steun als het om zelfdoding gaat, blijkt uit onderzoek.” Ze heeft goede hoop. “Uit trainingen die ik aan hulpverleners geef, merk ik dat je met relatief weinig toegevoegde kennis je beeld van suïcidale personen en je gedrag kunt aanpassen.”

Bron: UMCG.nl