Actueel
Recensies Counselling Magazine april (deel 2)
vr 24 apr 2015
Mindful communiceren voor hulpverleners
Pieternel Dijkstra
Boom, 2014
Mindful communiceren gaat over communiceren in het nu.
Hoe vaak dwalen gedachten niet af tijdens een gesprek met een vriend of een familielid. Als hulpverlener, als professional voer je andere gesprekken en daar hoort ook een andere attitude bij. Luisteren is dan actief bezig zijn en je realiseren dat alles wat je doet (of juist nalaat) en de woorden die je zegt het gesprek beïnvloeden en dus de kwaliteit en het rendement van het gesprek bepaald.
Dit boek van Pieternel Dijkstra beschrijft zeer beknopt heel veel theorieën over het voeren van gesprekken. Ze laat zien wat er belangrijk is om een gesprek de kwaliteit te geven die het nodig heeft.
Een goed gesprek voeren heeft iedere hulpverlener waarschijnlijk al op een opleiding geleerd maar zij beschrijft een aantal die voor velen nieuw zullen zijn. Onderdelen zoals het stellen van open vragen worden op iedere opleiding geleerd maar in dit boek staan ook andere zaken die een essentiële rol spelen in ieder gesprek en meer aandacht verdienen dan ze vaak krijgen.
Het boek bestaat uit drie gedeeltes waarbij mindful bezig zijn de leidende factor is.
Er wordt aandacht geschonken aan het mindful luisteren en de meerwaarde ervan besproken. Daarnaast is er een gedeelte dat gaat over alles wat ons belemmerd of remt in gesprekken maar waar we ons meestal niet van bewust zijn zoals een cliënt die binnenkomt en ons herinnert aan een tante. Dit zorgt ervoor dat we anders naar de cliënt kijken maar vaak niet precies weten wat dat dan is.
Het gaat ook over zaken als emoties, belemmeringen en de cultuur waar mensen uit komen en waarom deze voor onbegrip kunnen zorgen. .Ze legt uit hoe mensen uit de ene cultuur anders zal reageren op een vraag dan iemand uit een andere cultuur. Dit kan ervoor zorgen dat een gesprek niet mindful plaats vindt.
Uiteraard staan er nog veel meer zaken in het boek die het lezen waard zijn. Bij ieder hoofdstuk staan oefeningen en voorbeelden die helpen om de stof beter toe te kunnen gebruiken.
Als hulpverlener zijn gesprekken voeren een zeer belangrijk instrument om cliënten verder te helpen. Dit boek besteed aandacht aan de gesprekken en aan degene die de gesprekken voert. Het heeft mij aan het denken gezet en mij weer bewust gemaakt van het belang van een goed gevoerd gesprek.
Sjany Metz, coach voor levensvragen en vertrouwenspersoon
Het houdt niet op
Leven met een obsessieve compulsieve stoornis’
David Adam
Nieuw Amsterdam, 2014.
ISBN 978 90 468 1813 8
Oorspronkelijke titel: ‘The Man Who Couldn’t Stop’.
Naar schatting 2 a 3 procent van de mensen lijdt ooit in het leven aan een obsessieve compulsieve stoornis. Daarmee hoort OCS tot de vier meest voorkomende stoornissen. In de volksmond wordt het wel een ‘dwangneurose’ genoemd, maar dekt dat de lading? Wat is nu eigenlijk precies een obsessieve compulsieve stoornis?
In het boek ‘Het houdt niet op. Leven met een obsessieve compulsieve stoornis’ tracht journalist David Adam hier een beeld van te geven. Mensen met OCS worden chronisch geplaagd door dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Adam, die zelf aan de stoornis lijdt, vergelijkt het met een Windows-computer waarbij een venster altijd op de achtergrond meedraait en op elk moment tevoorschijn kan komen. En dat gebeurt zo veelvuldig dat het iemands leven volledig gaat beheersen en vele uren per dag kan kosten.
Het boek geeft vooral een goede inkijk in wat er omgaat in het hoofd van mensen met OCS. Adam vertelt openhartig over zijn eigen gedachten en worstelingen en behandelt verschillende uitingsvormen van OCS met een schat aan anekdotes uit de praktijk.
Daarnaast presenteert hij veel weetjes en feiten. Zo leren we dat smetvrees de meest voorkomende vorm is, gevolgd door irrationele angsten en een obsessie met patronen. Ook wordt het verschil uitgelegd tussen een fobie (de angstprikkel is extern, bijvoorbeeld een spin) en OCS (de angstprikkel is intern, veelal een gedachte).
Wat precies de oorzaak is van OCS, daarop bestaat volgens het boek nog geen eenduidig antwoord. Adam beschrijft verschillende theorieën hierover. Ook is er nog geen universele, bewezen effectieve remedie. Hij stelt dat de stoornis in feite levenslang is. Je kunt er mee leren leven en het hanteerbaar maken. Wat voor hemzelf heeft gewerkt is een combinatie van cognitieve gedragstherapie, groepstherapie en medicatie. Adam schrijft op een prettig leesbare manier. De lezer wordt vanaf de eerste pagina het boek in gezogen met vlot geschreven, boeiende verhalen.
Wat ontbreekt is structuur. Het boek is weliswaar ingedeeld in hoofdstukken, maar die indeling lijkt een logische opbouw te missen. Doordat ook tussenkopjes en paragrafen ontbreken krijg je als lezer geen overzicht en blijft het boek een voortkabbelend geheel van verhalen en wetenswaardigheden.
Het gebrek aan theoretische en praktische antwoorden maakt dit boek wellicht minder geschikt voor hulpverleners. Het is vooral bruikbaar om meer inzicht te krijgen in de aard van de stoornis en de beleving van degene die er aan lijdt. Om het uit te lezen is wel enig doorzettingsvermogen vereist.
Susanne Bulten, coach, integratief therapeut en hypnotherapeut
Spiegelschrift
Handleiding voor de mentor-coach van de beginnende leraar
Werkboek voor de beginnende leraar
Lies Belmans en An Luyten.
Uitgeverij Garant, 2014
ISBN 978 90 441 3188 8 en ISBN 978 90 441 3206 9
Voor mij liggen twee boekjes, bedoeld om de beginnende leraar en zijn mentor door het eerste schooljaar heen te helpen. Opgebouwd volgens de structuur waar de leraar iedere dag mee werkt: een docentenhandleiding en een werkboek voor de leerling. Spiegelschrift hinkt op twee gedachten: aan de ene kant willen de auteurs vooral ruimte bieden voor de professionele ontwikkeling van de beginnende leraar, maar ook voor die van zijn mentor. Aan de andere kant is er toch een soort van lesvorm waarin oefeningen beschreven worden. Dit is schipperen geweest en dat proef je door de boekjes heen.
Om te beginnen de handleiding. Deze is bestemd voor de mentor-coach van de beginnende leerkracht. De beschreven oefeningen en opdrachten zijn een mooie en bruikbare selectie van allerlei coachings- en begeleidingsoefeningen, goed afgestemd op de dagelijkse praktijk van het onderwijs. Onder andere de kernkwadranten, RET, reflectie en het Johari window komen langs. De mentor met enige coachingservaring vindt hier zijn weg in. Mooi bij elkaar gezocht en voorzien van een bruikbaar kader. Een kleine kritische noot: een beetje meer diepgang bij de uitleg over coachingsoefeningen was welkom geweest. Je moet zelf wel over enige kennis van coachingtheorieën beschikken om goed te begrijpen wat de essentie van een oefening is.
Het werkboek voor de leraar biedt vrijwel geen informatie en vooral schrijfruimte voor notities, gedachten en oefeningen. Het is echt de bedoeling dat mentor en leraar samen in gesprek gaan over de ervaringen van de beginnende leraar en dat er een wederzijds leertraject kan ontstaan. De mentor verschaft de informatie en is ook overduidelijk gespreksleider. In zijn handleiding staan allerlei voorbeeldvragen die gesteld kunnen worden tijdens het mentorgesprek.
De handleiding leest makkelijk en vlot weg, dat is zeker een voordeel voor drukbezette onderwijsmensen. De toon is prettig en open en laat veel ruimte over voor interpretatie. In de handleiding staan geen verwijzingen naar de bijbehorende oefeningen in het werkboek, zelfs de nummering van de hoofdstukken loopt niet gelijk. Dat is minder handig. Door de geringe hoeveelheid tekst wordt het werkboek voor de beginnende leraar niet meer dan een notitieboek. Met meer informatie over de ervaringen in het eerste jaar van een beginnend leraar zou het een echt “werk” boek geworden zijn.
Jeanet Vroom – Kasper, onderwijskundige en kindercoach