Actueel

Recensies Counselling Magazine februari 2014 (deel 2)

wo 26 feb 2014

Gehoord, gezien en geheeld worden
Je kunt je leven helen in de praktijk
Sonja Huizinga-De Jong en Kees Vermeer. De Zaak, Groningen, 2013. ISBN 9789077770771

Ken je het zelfhulpboek ‘Je kunt je leven helen’ van Louise Hay? Deze wereldwijde bestseller uit 1986  gaat over hoe innerlijke overtuigingen en gedachten de oorzaak kunnen zijn van allerlei psychische, emotionele en zelfs lichamelijke klachten. Louise Hay beweert dat je onderbewustzijn alles accepteert wat je gelooft. Wat je over jezelf en het leven gelooft, wordt als waarheid gezien door je onderbewustzijn en bepaalt daardoor ook je gedrag en gedachten in je dagelijks leven.
Het was een van de belangrijke boeken uit de stroming van die tijd, ook wel New Age genoemd. Het boek geeft veel praktische tips over hoe je meer van jezelf kunt houden met oefeningen voor de spiegel, affirmaties en positief denken.
Sonja van Huizinga-De Jong deed ooit zelf een cursus en werd zo enthousiast dat ze zich opgaf voor een training tot coach in het gedachtengoed van de Amerikaanse Louise Hay. Inmiddels werkt ze al vijftien jaar met deze laagdrempelige methodiek voor groepen.
In het boek ‘Gehoord, gezien en geheeld worden’ komen achttien cursisten aan het woord over hun inzichten en persoonlijke groei. De verhalen zijn opgetekend door de journalist Kees Vermeer die zelf ook de cursus bij Sonja gevolgd heeft. Het resultaat is een verzameling persoonlijke documenten over hoe mensen grenzen leren stellen, hun eigen ik ontdekken, beter leren communiceren of meer verantwoordelijk nemen voor hun eigen gedrag.
De naam van de cursist die aan het woord komt vormt de titel van elk hoofdstuk.  De hoofdstukken bestaan uit interviews tussen Kees Vermeer en de verschillende cursisten. Sonja van Huizinga-De Jong geeft commentaar aan het eind van elk hoofdstuk in de vorm van een analyse en adviezen.  De vorm die de auteurs hebben gekozen geeft zo een goed inzicht in de opbouw van de trainingen.
In de epiloog volgt een samenvatting over de problematiek van de cursisten. De auteur beschrijft hoe de afhankelijkheid van kinderen van hun ouders voor levenslange problemen kunnen zorgen. De meeste cursisten kampen er dan ook mee dat ze zich te veel aanpassen. Hier leren ze deze patronen uit hun jeugd te ontrafelen en er anders mee om te gaan.
Het boekje is geschikt voor een breed publiek, het is geschreven in eenvoudige taal en kort en bondig samengesteld.

Annette van der Maarel - familycounsellor


Handboek praktijkgericht onderzoek
Zorg, welzijn, wonen en werken
Ferdie Mighelbrink. Uitgeverij SWP, Amsterdam, 2013. ISBN 9789088504280.

Een voorloper van dit boek verscheen in 1996 en kende 16 drukken. De auteur werkte aan 60 onderzoeken. Die ervaring spreekt uit de leesbare en toegankelijke opzet.
Praktijkgericht onderzoek heeft een vaste plek verworven in de bovengenoemde werkvelden. In het HBO wordt dit (basis)boek gebruikt om studenten te leren praktijkgericht onderzoek te doen.
Wat maakt dit boek voor counsellers interessant? Je leert om gepubliceerd praktijkonderzoek te beoordelen op kwaliteit en hoe je zelf heel praktisch via eigen onderzoek komt tot relevante en tevens zo betrouwbaar en valide mogelijke onderzoeksresultaten.
Onderzoek naar counselling in Nederland is schaars. Daarnaast kan de toepassing van door anderen systematisch verzamelde (wetenschappelijke) kennis in de beroepsuitoefening van de counsellor verbeterd worden. De praktijkgerichte benadering is daarvoor momenteel bijzonder geschikt, in tegenstelling tot een theoretisch/empirisch (hypothese-toetsende en kwantitatieve) benadering.
Lezing van het boek kan ook leiden tot een meer gesystematiseerd vastleggen van de eigen persoonlijke begeleidingsresultaten in de eigen counsellingpraktijk. Bijvoorbeeld door tijdens en/of na afloop van ieder counsellingtraject een (zelf opgestelde) vragenlijst te laten invullen. Idealiter zou een dergelijke vragenlijst door de beroepsvereniging(en) kunnen worden opgesteld en aangeleverd aan de leden. Een leuke wijze van dataverzameling die beroepsverenigingen in staat stelt gegevens over resultaten van de beroepsgroep te verzamelen en evalueren, mits de retourzending, data-analyse en rapportage door externen geschiedt om onafhankelijke beoordeling te borgen.
Doel van het boek is niet het opleiden tot professionele onderzoeker, maar onderzoekende professionals een gereedschapskist aan te bieden. Uitgebreid wordt ingegaan op overeenkomsten en verschillen tussen wetenschappelijk onderzoek en praktijkgericht onderzoek. Ook dit is een zeer lezenswaardig deel voor counsellers met het oog op positionering en fundering van counselling: wetenschappelijk of meer praktijkgericht. Een keuze met gevolgen.
Terug naar het boek. Het is bijzonder compleet, inclusief helder omschreven recente ontwikkelingsgeschiedenis van praktijkgerichte vormen van onderzoek. Het boek is opgezet in vier delen. Deel 1 is conceptueel en maakt duidelijk wat praktijkgericht onderzoek is; deel 2 behandelt de opzet en uitvoering van praktijkgericht onderzoek in negen stappen (de onderzoeksactiviteiten); deel 3 beschrijft hulpbronnen en hulpmiddelen voor praktijkgericht onderzoek en deel 4 tenslotte bevat een instructieve beschrijving van verschillende databronnen en dataverzamelingstechnieken.
Lezenswaardig, conceptueel helder, leesbaar, praktijkgericht en getuigend van jarenlange expertise. Aanbevolen.

Jaap van Splunter


Handboek Sociotherapie
Theorie en praktijk voor hulpverleners in het sociaal-agogisch veld
De Weerd, D., Slaa, S. en Muste, E.. Uitgeverij SWP, Amsterdam, 2013. ISBN 9789088502736

In dit handboek komen theorie en praktijk van sociotherapie samen in een indrukwekkende breedte van onderwerpen. In 12 hoofdstukken krijgt de lezer een beeld van de geschiedenis van de sociotherapie, het werkterrein van de sociotherapeut en de beroepshouding van de therapeut. Interessanter nog zijn de hoofdstukken over het werken in disciplinaire teams, de valkuilen waar je als sociotherapeut mee te maken kunt krijgen en vele andere onderwerpen waarin veel aandacht is voor de persoonlijke beleving van de therapeut. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een bronvermelding, en er is een begrippenlijst opgenomen.
Het aantal onderwerpen in het boek is zeer groot en het biedt dan ook een uitstekende introductie in vele aspecten van sociotherapie. Een groot deel van het boek wordt besteed aan de toepassing van sociotherapie bij bekende behandelmethoden zoals schematherapie en cognitieve gedragstherapie. Maar er is een tweede benadering zichtbaar: sociotherapie als behandelmethodiek op zich.
Ook al telt het boek 341 pagina’s, de uitleg over behandelmethodes kan niet verder gaan dan het meest essentiële, en daarin hebben de schrijvers goede keuzes gemaakt.
Het is een levendig boek door de vele quotes, interviews en de vele cases die de theorie concretiseren en herkenbaar maken voor de lezer c.q. student. Een sterk punt van dit boek is naar mijn mening de continue koppeling met de praktijk. Zo wordt bijvoorbeeld de uitleg over veelvoorkomende valkuilen gevolgd door beschrijvingen van situaties waarin een sociotherapeut daar zelf mee te maken kreeg en hoe hij/zij daar op reageerde. De voorbeelden zijn, net als het taalgebruik, laagdrempelig en als lezer wordt je daardoor als het ware uitgenodigd mee te denken over de beschreven situatie.
Elk hoofdstuk bevat een aantal opdrachten. Deze opdrachten zijn zowel praktisch als reflectief van aard en maken deze publicatie niet alleen een naslagwerk maar ook – of misschien vooral - een alomvattend studieboek dat de student kan begeleiden in de dagelijkse praktijk van de sociotherapie. Daarmee is het ook geschikt voor lezers die (nog) niet werkzaam zijn in de sociotherapie maar hierover meer willen weten. Een toegankelijk geschreven, veelzijdige introductie.

Marisca van Ommen


Helpen met impact
Over de dynamiek van het aanbieden, geven en ontvangen van hulp
Edgar H. Schein. Van Duuren psychologie, Culemborg, 2013. ISBN 9879089651815

‘Helpen is een ingewikkeld fenomeen.’ stelt Schein, emeritus-hoogleraar management, in de eerste zin van zijn als essay geschreven boek waarin hij de emotionele dynamiek van de hulprelatie analyseert. Hij onderzoekt welke psychologische, sociale en culturele valkuilen kleven aan het hulpproces om daarmee duidelijk te maken waarom goed bedoelde hulp en adviezen worden afgewezen. Een scala aan professionele en persoonlijke voorbeelden maken het inzichtelijk. 
De vogels op de harde kaft vliegen in formatie en staan voor succesvol teamwork door wederzijdse hulp. Ook mensen geven zo vanzelfsprekend hulp aan elkaar dat het pas opvalt als er geen hulp wordt geboden. Edgar Schein ziet helpen als een op zichzelf staand sociaal proces, een basale menselijke relatie waardoor dingen in beweging komen. Hij gebruikt de metafoor van het theater waarin wij afwisselend de rol van acteur en publiek spelen.
Schein stelt dat het onderliggende proces bij verschillende verzoeken om hulp hetzelfde is en hij onderstreept het belang van onderling vertrouwen. Hij noemt de valkuilen voor de helper en de ontvanger (hij gebruikt hiervoor het woord cliënt) en geeft aan wat zij moeten doen om het hulpproces te vergemakkelijken. Dit kan door de interventie te richten op een evenwichtige relatie zonder dat de helper zich machtig voelt en de cliënt zijn eigenwaarde verliest. Hij pleit ervoor dat ondergeschikten zich vrij voelen om een leidinggevende te helpen door het geven van feedback en illustreert dit met voorbeelden uit de operatiekamer. Hij leert ons om vooral de rol van procesadviseur aan te nemen en ons bij de interactie te richten op de communicatie: vraag welke hulp verlangd wordt en laat de cliënt bepalen wat hij ermee doet. En, geef niet meer hulp dan gevraagd wordt!  
Het praktische boek, met aan het eind van ieder hoofdstuk een samenvatting, leest makkelijk. Schein lardeert zijn boodschap veelvuldig met voorbeelden en treedt daarbij in herhaling. Wat mij betreft waren de voorbeelden van verschillende hulpsituaties en de rol die we daarin spelen (hoofdstuk 6) voldoende geweest. Het woord cliënt past in de rol van adviseur of consultant maar stoort in persoonlijke voorbeelden. 
Hoofdstuk 9, het laatste, bevat tips gebaseerd op 7 principes zoals: Hulp is pas effectief als de hulprelatie als gelijkwaardig wordt ervaren. Het analyseren van het proces spreekt mij als coach aan maar het boek is zeker toegankelijk voor een breed publiek. Het laat zien dat er bij een hulprelatie altijd machtsverschil is en dat streven naar evenwicht essentieel is voor het geven van hulp met impact.   

Anita Hoyng - Hoyng Coaching en Training


Ik ben aan ze gehecht
over gehechtheid als een boei in nood.
Martine E. Delfos. SWP, 2013. ISBN 978 90 8850 463 1

‘Je moet goed vast zitten om goed los te kunnen komen’ is het motto dat als een rode draad door dit boek loopt. Een verwijzing naar de relatie tussen gehechtheid en autonomie.
Het boek is handzaam, telt slechts 65 pagina´s, en is opgedeeld in twee delen.
In het eerste deel wordt de kern van gehechtheid uitgelegd. De gehechtheidstheorie van John Bowlby wordt hier beschreven en uitgelegd aan de hand van korte voorbeelden.
Daarnaast wordt ook de theorie van Mary Ainsworth aangehaald. Zij heeft samen met Bowlby de aard van gehechtheid onderzocht en ontdekte zo verschillende vormen van gehechtheid. Veilige en onveilige hechting worden hiermee aangeduid. De mate waarin ouders of verzorgers respons geven aan de behoefte van hun kind bepalen voor een belangrijk deel de aard en kwaliteit van de hechting. De wijze waarop een kind zijn relaties vorm zal geven vanuit de aard van zijn gehechtheid heeft Delfos nog aan deze theorieën toegevoegd. In een schema is alles overzichtelijk terug te vinden.
Ook de relatie tussen gehechtheid en autonomie wordt in dit hoofdstuk nader toegelicht en geïllustreerd met een schematische weergave.
In het tweede deel van het boek wordt gehechtheid besproken vanuit het kader van verschillende ingrijpende levensomstandigheden. De naruk wordt hier duidelijk gelegd op het belang van beschikbaarheid. Niet de mate van nabijheid is de belangrijkste component voor een veilige hechting, maar de mate van beschikbaarheid. Kinderen moeten het gevoel hebben dat anderen (meestal de ouders) beschikbaar zijn wanneer zij problemen ervaren. Dit is wat Delfos bedoelt met de ondertitel van dit boek. De ‘boei in nood’, in de zin van beschikbaar zijn wanneer er zich problemen voordoen.
Naast dat de invloed van veranderende levensomstandigheden op gehechtheid wordt besproken, zet Delfos hechting tevens in een breder context van maatschappelijke en culturele invloeden.
Het boek leest vrij vlot weg en stipt de verschillende lagen van gehechtheid aan. Daarmee geeft dit boek een algemeen beeld van hechting en de invloeden daarop. De korte voorbeelden dragen bij aan de leesbaarheid van het boek, evenals de korte hoofdstukken. Voor de echte verdieping in gehechtheid en hechtingsproblematiek zou ik een ander boek pakken. Maar ben je op zoek naar een toegankelijk boek waarin de basistheorie gekoppeld is aan de nieuwste inzichten, dan is dit boek zeker een aanrader.

Tanja Zwiers – Veldhuis - Tekentherapeut


In the Face of death
Danai Papadatou. Springer Publishing Company, New York. ISBN 9780826102560

Het gezicht van de dood
Voor wie het lezen in het Engels geen probleem oplevert, is ‘In the Face of Death’ een prima handboek over de palliatieve hulpverlening. Dit theoretisch handboek bestaat uit drie delen: 1. The Caring Relationship 2. The Care provider in Death Situations 3. The team in the Face of Death.
Het eerste deel behandelt de interpersoonlijke relatie tussen de hulpverlener en de persoon die de dood onder ogen moet zien. Dit hoofdstuk begint met een theoretische verhandeling over de ontwikkeling die de palliatieve zorg in de loop der tijd heeft doorgemaakt. Hoe de focus is veranderd van het medische spectrum naar het bio-psychosociale en holistische model. De persoon, zijn leven, ervaring en zijn behoeften staan centraal in het bio-psychosociale model. Iedereen, ook de familie, wordt gezien als onderdeel van het behandelend team.
Papadatou stelt dat de verandering van een patiënt-georiënteerde of familie-georiënteerde zienswijze naar een relatie-georiënteerde benadering, vereist dat er kritisch wordt gekeken naar de bestaande praktijk en ideeën. Op organisatieniveau, en de administratieve invulling daarvan, vraagt dit een totaal andere benadering van organisaties om minder afstandelijk en humaner hun werk te doen. Ook opleidingen moeten worden aangepast zodat deze beter op de bio-psychosociale zorg kunnen inspelen.
Op persoonlijk niveau vraagt dit om een heroriëntatie van de rol van de hulpverlener, die in de palliatieve zorgverlening op een viertal aspecten verschilt van de rol in de  ‘gewone’ zorgverlening. Volgens  Papadatou zijn deze aspecten: 1.De hulpverlener wordt geconfronteerd met zijn eigen sterfelijkheid. 2. De onvermijdelijkheid van het verlies. 3. Het gevoel tijdelijk in een andere tijdscapsule te leven. 4. Het hebben van een zorgrelatie waarin de betrokkenheid bij de andere persoon centraal staat.
‘In the Face of death’ is een diepgravend boek. Het onderwerp vraagt om deze benadering, maar Papadatou geeft een theoretisch kader dat een extra verdieping en inspanning van de lezer vraagt. De kern van het boek is dat iedere hulpverlener in de palliatieve zorg, wordt geconfronteerd met de transformatie van het leven naar de dood met als gevolg het onvermijdelijk verlies. Dit heeft een indringend effect op de hulpverlener en zorgt ook voor een omwenteling in zijn eigen bestaan. Dit laatste, en dat is mijn enige punt van kritiek, wordt vooral langs theoretische kaders door Papadatou uitgewerkt. Hier had ik graag wat meer persoonlijke ervaringen gelezen. Toch is dit boek een aanrader voor een ieder die betrokken is bij de palliatieve hulpverlening.

Angela A.M. van Leeuwen, life-counselor


Levensbeschouwing en psychiatrie
Christuswaan of Chi-kwadraat?
Arjan W. Braam. Uitgeverij SWP, Amsterdam, 2013. ISBN 978 90 8850

Arjan Braam heeft vanuit het KSGV de taak op zich genomen om wetenschappelijke kennis op het terrein van de levensbeschouwing en de psychiatrie actueel te houden en verder uit te bouwen, ook met ‘sober’ cijfermatig onderzoek.
Hij gebruikt het beeld van een maaltijd voor een zeer gevarieerd gezelschap disgenoten. Ieder zal vanuit eigen achtergrond het gerecht proeven en komen met inspirerende suggesties of  vragen.
Te gast zijn de personen die een periode hebben meegemaakt van psychiatrische verschijnselen of die een kwetsbaarheid hiervoor blijvend met zich meedragen. De werkers aan de ‘ ziel’ en de ‘ psyche’ in de zorg, de gedragswetenschappers,  de filosofen, de behandelaren, de geestelijk verzorger. In vogelvlucht presenteert hij hoe verschillend de tafelgenoten zijn en hoe men gezamenlijk door de tijd heen, vanuit bepaalde vooronderstellingen, naar het gerecht kan kijken.  Tevens het belang van een gemeenschappelijke taal en het streven naar goede operationalisering van meerdere aspecten van levensbeschouwing.
De ‘smaak’ is een zoektocht naar onderscheid tussen religie en spiritualiteit . Braam is geen theoloog, dus blijft die insteek  erg algemeen.  Eenmaal ‘aan tafel’ komt hij bij de menukeuze, de afbakening van het werkterrein voor deze leeropdracht. Zijn eerste streven is om nadere evidentie te verkrijgen over levensbeschouwing en psychiatrie. Hij wil zich daarbij verdiepen in de vragen: ‘ hoe manifesteert zich levensbeschouwing in psychopathologie, ook in het beloop daarvan over tijd?’  en hoe ondersteunt of ondermijnt levensbeschouwing de psychische gezondheid? En hoe ondermijnt  psychopathologie de levensbeschouwing?’ Dit laatste is een boeiende vraag voor iemand die kijkt vanuit de psychiatrie!
Zijn tweede streven is om met wetenschappelijke kennis aandacht te vragen voor de levensbeschouwing in het psychiatrisch behandelcontract. Oog dus voor een ‘ contemplatieve dimensie’.
Hij brengt bij deze onderzoeksvragen zijn ervaring in uit het LASA.
Wat ik, vanuit mijn contextuele en praktisch theologische insteek , mis in deze rede zijn een belangrijke tafelgenoten, die zeer van invloed kunnen zijn op het beschadigd raken van de levensbeschouwing, namelijk de familieleden staande in een bepaalde traditie en de geloofsgenoten. Ook wordt er iets te gemakkelijk voorbij gegaan aan de grote verschillen tussen àlle geloofsrichtingen in ons land.
Deze rede, uitgesproken door psychiater Arjan W. Braam bij het aanvaarden van het ambt van bijzonder hoogleraar Levensbeschouwing en geestelijke volksgezondheid, met bijzondere aandacht voor de psychiatrie, aan de Universiteit voor Humanistiek, is in 2013 uitgegeven bij B.V. Uitgeverij SWP, Amsterdam, ISBN 978 90 8850

Drs. Marian Taalman – de Ruiter


Mindfulness in tijden van tegenslag
Monique Hulsbergen. Boom, Amsterdam, 2013. ISBN 978 946105 9826.

Iedereen maakt wel eens een moeilijke periode door bijvoorbeeld financiële problemen, ontslag, scheiding, ziekte, overlijden. Dit geeft acute stress. Daarnaast hebben we allemaal te maken met dagelijkse ergernissen zoals de dagelijkse file, kleine kinderen die niet willen luisteren.
Hoewel de omstandigheden verschillend van aard zijn, hebben tegenslagen een gemeenschappelijke deler: het leven loopt anders dan verwacht en voelt min of meer ontwricht. Het vraagt veel van je veerkracht om hiermee om te gaan. Want alleen wijzelf bepalen hoe wij hier mee omgaan.
Mindfulnessbeoefening is een effectieve manier om je veerkracht te versterken en balans te vinden en te behouden in een moeilijke periode. Het effect hiervan is wetenschappelijk bewezen.
Dit boek over mindfulness is bedoeld voor mensen die op dit moment een tegenslag te verwerken hebben, stress ervaren en een manier zoeken om deze situatie het hoofd te bieden.
Het bestaat uit negen korte hoofdstukken met inleidende teksten en gevolgd door oefeningen. Het is opgebouwd rond de volgende thema’s: informatie over stress en mindfulness, het belang van contact houden met je lichaam, het verbreden van je aandacht, gedachten die niet helpend zijn minder serieus nemen, het verschil tussen verzet tegen de omstandigheden en erkenning van de omstandigheden zoals ze zijn, het onderkennen van waar je nu behoefte aan hebt, het toestaan van pijnlijke emoties, het opstaan van plezierige ervaringen en het geestelijk groeien door tegenslag.
Het is een erg toegankelijk boek. Door de eenvoudige taal en oefeningen die passend zijn in het dagelijks leven, kan dit boek een ondersteuning zijn tijdens een moeilijke periode. Hierdoor wordt de kans op haalbaarheid van het toepassen van mindfulness ook vergroot.
De auteur is psycholoog en heeft meerdere boeken over mindfulness geschreven. Het bevat een literatuurlijst zodat je, als je meer wilt weten, je je er verder in kan verdiepen.

Carola van ’t Hof – muziektherapeut en coach/trainer