Actueel

Recensies Counselling Magazine september 2013 depressie (deel 3)

di 08 okt 2013

Eén ding tegelijk
52 eenvoudige oefeningen voor een Boeddhabrein.
Rick Hanson. Ten Have, 2013. ISBN 978 90 259 0196 7 (Oorspronkelijke title ‘Just one thing: Developing a Buddha brain one simple practice at a time, 2011)

Volgens de bekende Amerikaanse neuropsycholoog en meditatieleraar Rick Hanson staat een Boeddhabrein voor een brein dat door psychische training een persoonlijke transformatie tot stand heeft gebracht. Door je inzicht te vergroten in de oorzaken van het lijden, kun je hiervoor een beter begrip opbrengen en weet je negatieve processen te beëindigen. Dit doe je door oefeningen die je hersenen kunnen veranderen. Door met je aandacht bij moeilijke zaken te blijven, zoals oud zeer en woede, en deze los te laten en te vervangen door heilzame gedachten, kan iedereen gelukkiger en rijker leven. Dat vergt een behoorlijke discipline, want het is de bedoeling dat de neurologische processen in het brein een verandering ondergaan en dat gaat niet van de ene dag op de andere. Chanson pleit dan ook hier dagelijks mee bezig te zijn. Oefening baart kunst en in dit geval de kunst van het leven. Door goed voor jezelf te zorgen kun je ook anderen meer bieden en ontstaat er een positieve wisselwerking.

Hanson beschrijft 52 oefeningen die gerangschikt zijn rond de volgende vijf levensdoelen: zorgen voor jezelf, van het leven genieten, aan je vermogens werken, betrokken zijn bij de wereld en innerlijke vrede. Om deze doelen te bereiken moet je eerst aan een aantal onderliggende thema’s werken, die per doel in aparte hoofdstukken zijn omschreven. Ieder thema wordt eerst fysiologisch verklaard en daarna wordt beschreven hoe je vaststaande patronen kunt veranderen. De oefeningen zijn begrijpelijk voor mensen die reeds bezig zijn met het pad van spirituele groei en als yogacoach kan ik hier veel bruikbare informatie en aanmoedigingen voor mijn cliënten uithalen. Naast de yogaoefeningen, een combinatie van rek- en strekoefeningen met behulp van een aandachtige ademhaling, worden blokkades in het lichaam opgeheven. Door de informatie van Hanson kan ik de cliënt per hulpvraag een dagelijkse oefening meegeven, waardoor het lichaamswerk vanuit de yoga bekrachtigd kan worden met de oefeningen van Hanson.

Om goed te begrijpen op welke wijze de geheugenfunctie van de hersenen te werk gaat bij de omvorming van negatieve gedachten naar een innerlijke balans raad ik aan ook Hansons eerste boek ‘Boeddha’s brein’ te lezen.

Toiny von Fischer Weikersthal - beleidsmedewerker welzijn en yogacoach


Je verleden voorbij
Je leven opnieuw in handen met de zelfhulptechnieken uit de EMDR-therapie.
Francine Shapiro. Garant, 2013. ISBN 978 90 441 3031 7

Bij de woorden ‘traumatische ervaring’ is men snel geneigd te denken aan duidelijk aantoonbare gebeurtenissen, zoals een leven lang blootgesteld zijn aan fysiek of seksueel geweld. Aan naar oorlogsgebieden uitgezonden soldaten die daar blootgesteld zijn aan de meest gruwelijke misdaden jegens de mensheid, of aan mensen die te maken hebben gehad met een ongeluk, natuurrampen en/of terreuraanslagen.

Het boek ‘Je verleden voorbij’ gaat, hoewel er veel aandacht is voor bovenstaande trauma’s, verder dan de ‘expliciete trauma’s. Francine Shapiro, schrijfster van dit boek en ontdekker van de therapeutische EMDR-methode (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) breekt een lans voor de minder duidelijke traumatische ervaringen. “Of een gebeurtenis wel of niet traumatisch is, wordt bepaald door de interpretatie van dat gebeuren en niet door je omgeving. De manier waarop we denken, gevoelens die we hebben, dingen die we doen en relaties die we onderhouden met de buitenwereld worden grotendeels bepaald door ons verleden.”

Met voor de lezer heel simpele oefeningen toont Shapiro aan dat problemen die je ervaart in het dagelijkse leven, als het niet kunnen omgaan met autoriteiten, je niet op je gemak voelen in een grote groep mensen of problemen hebben met spreken in het openbaar, voort gekomen kunnen zijn uit door je hersenen niet op de juiste manier verwerkte vervelende ervaringen in bijvoorbeeld je jeugd.

Het boek bestaat uit een grote hoeveelheid en aaneenschakeling van positieve en zeer indrukwekkende verhalen van mensen die EMDR-therapie ondergaan hebben en soms al in heel korte tijd van hun trauma’s verlost zijn. Hiermee worden het doel van dit boek “je beter begrip geven van wat er precies aan onze touwtjes trekt en wat we eraan kunnen doen” en vooral het doel “je te helpen meer medeleven en begrip te tonen voor de mensen rondom ons” duidelijk bereikt. Het doel “jezelf helpen en de touwtjes weer in handen nemen” is minder van toepassing. Verder dan een aantal leuke bruikbare oefeningen om jezelf in humeurige tijden een opkikker te geven gaan de zelfhulpoefeningen niet. Beter, sneller en effectiever blijkt uit het boek is een EMDR-therapeut raadplegen als je last hebt van ongemakken in het leven die terug te voeren zijn naar ‘traumatische ervaringen’ uit je verleden. Of het nu grote of kleine zijn.

Els Böhm


Loslaten
Ik pieker als ik niet tegenwoordig ben.
Roland Rogiers, Eva Buytart, Evi de Lissnyder, Marianne Hendrickx & Dirk van den Abbeele. Academia Press, 2013. ISBN 978 90 382 2038 3

Heb je last van malende gedachten die je maar niet stop kunt zetten? Kun je ze niet loslaten ook al doe je nog zo je best? De auteurs leggen uit dat gepieker lijkt op een rijzend brooddeeg. Net zoals het deeg twee keer zo groot wordt, nemen je negatieve gedachten steeds meer toe in omvang. Terwijl het je in de meeste gevallen helemaal niet helpt met het oplossen van je problemen. In het ergste geval kan piekeren zelfs bijdragen aan het ontstaan van angst- en stemmingsproblemen.

Ben jij geïnteresseerd in dit onderwerp en wil je er praktisch mee aan de slag, ook met cliënten, dan is dit boek met een training van zeven weken een echte aanrader. De handleiding is geschreven door een Vlaams team van experts; onder anderen psychologen en neurobiologen die ook anti-piekercursussen verzorgen aan de Poli Psychiatrie in Gent.

Het is een aantrekkelijke mix van cognitieve gedragstherapie, uitvoerbare huiswerkopdrachten, positieve psychologie, mindfulnessoefeningen en de laatste wetenschappelijke bevindingen over wat piekeren met je brein doet. Het boek zit pedagogisch zeer goed in elkaar, met samenvattingen, heldere overzichten en schema’s.

Je krijgt allerlei vaardigheden aangereikt waar je in de praktijk meteen mee aan de slag kunt. Je begint met het bijhouden van een piekerdagboek. Daarna leer je stap voor stap verschillende technieken, om je aandacht te richten op andere dingen. Om simpelweg iets te gaan doen wat je afleidt en waar je wél positieve gedachten aan overhoudt, zoals iemand te bellen of een ommetje te maken.

De auteurs raden je aan om een pieker-half-uurtje in te lassen waarin je naar hartenlust mag piekeren, maar de rest van de dag probeer je dit niet te doen. Je neemt je eigen gedachten zorgvuldig onder de loep en leert ze bij te sturen. Hierdoor verandert namelijk ook je gevoel. Deze praktische oefeningen worden afgewisseld met heldere theoretische stukjes waardoor het boek ook diepgang krijgt.

Het boek leest lekker en is ook nog bijzonder mooi van vormgeving. Bovendien krijg je als bonus een cd met aandachtsoefeningen. Kortom, de training die je aangereikt krijgt in het boek ‘Loslaten’ wordt warm aanbevolen; je zou hem zo samen met je cliënten kunnen gaan doen.

Annette van der Maarel - familycounsellor


Mindfulness en cognitieve therapie bij depressie
Zindel V. Segal, J. Mark G. Williams & John D. Teasdale. Nieuwezijds, 2013 (2e ed.). ISBN 978 90 571 2389 4 (Oorspronkelijke titel ‘Mindfulness based cognitive therapy for depression’)

Het boek ‘Mindfulness en cognitieve therapie bij depressie’ is opgesplitst in drie delen. Het eerste deel gaat over depressie als uitdaging; hierin wordt uitgelegd wat depressie is. Daarnaast gaat dit deel van het boek vooral over de ontwikkeling van de behandelingen bij depressies. Cognitieve therapie is een kortdurende gestructureerde aanpak van depressie, ontwikkeld in de jaren zestig van de vorige eeuw door Aaron Beck. Deze methode wordt nog steeds gebruikt; toch is het aantal patiënten met depressieve terugvallen groot. De schrijvers van dit boek gaan op zoek naar de mogelijkheden van cognitieve onderhoudstherapie. Zij laten zien hoe zij terechtkomen bij Jon Kabat-Zinn en mindfulness, en zij beschrijven vervolgens uitvoerig hoe zij het MBCT-programma (Mindfulness-Based Cognitive Therapy) hebben ontwikkeld.

Het tweede deel beschrijft een volledig acht weken durend trainingsprogramma. Niet alleen wordt beschreven hoe het programma eruit ziet, maar er wordt ook uitvoerig ingegaan op het begeleiden van de deelnemers met voorbeelden en verhalen van en over deelnemers. Naast de informatie in het boek zijn er hand-outs en verschillende geleide meditaties te downloaden om te gebruiken bij te training.

In het laatste deel laten de schrijvers zien hoe zij hebben bewezen wat de waarde is van MBCT. Ze beschrijven allerlei onderzoeksvragen, onderzoeken en uitkomsten over het effect van MBCT. Ze laten daarmee zien dat het MBCT-programma een duidelijke verlaging laat zien in het percentage depressieve terugvallen. Zij eindigen het boek met extra tips en richtlijnen voor trainers die dit programma willen gaan aanbieden.

Het boek is logisch opgebouwd in drie delen. Dat maakt het overzichtelijk, ondanks de enorme hoeveelheid informatie. Het boek bevat voor behandelaars die MBCT aanbieden zowel een volledig trainingsprogramma als wetenschappelijke onderbouwing over de effectiviteit. Waardevol is de beschrijving van de schrijvers over hun eigen zoektocht, proces en ontwikkeling tijdens het samenstellen van deze behandelmethode. Dit geeft mij als trainer inzicht in waarom bepaalde zaken belangrijk zijn en hoe je je als trainer zelf zult moeten (blijven) ontwikkelen om dit te kunnen toepassen. De schrijvers laten in hun boek zien hoe je vanuit eigen ervaring kennis doorgeeft, zoals je dat ook in de MBCT training doet. Zij schrijven in hun epiloog dat zij hopen dat dit boek een leidraad en een aanmoediging is voor het maken van je eigen reis. Wat mij betreft is dat zeker gelukt.

Ingrid Janssen - coach en counsellor


Psychoanalyse en jongeren
Peter Walleghem (red.). Academia Press, 2012. ISBN 978 90 382 2073 4

Het boek ‘Psychoanalyse en jongeren’ is ontstaan vanuit de Faculteit Mens en Welzijn van de Hogeschool Gent. Het doel van deze bundel is om professionele bachelors uit menswetenschappelijke studierichtingen en werkvelden te laten proeven van praktische toepassingen van het psychoanalytische gedachtegoed in een zo breed mogelijk toepassingsgebied of werkveld. De bundel bevat een aantal lezingen van sprekers die vanuit hun psychoanalytische ervaring vertellen over thema ‘jongeren’.

Zo vertelt Dries Roelandts over zijn werk met jongeren bij een Centrum Leerlingenbegeleiding (CLB) waarbij hij drie oriëntatiepunten hanteert: de verhouding tot het weten, het subject ‘adolescent’ en een theorie over de ‘vraag’. Hij doet dit aan de hand van een aantal uitgewerkte casussen uit de praktijk.

Jeroen Donckers ventileert zijn kritiek op ons huidige zorg- en hulpverleningscircuit. Diagnoses leiden tot een ‘verdinging’ van de mens en emoties worden verzakelijkt tot aandoeningen, gemoedstoestanden tot pathologie en gedragingen tot stoornissen. Hij focust op het begrip ‘ervaring’.

Filip Geerardyn interviewt François Truffauts over subjectieve implicatie in zijn verfilming van het verhaal van Victor de l’Aveyron (‘L’enfant sauvage’, 1970) vertrekkend van zijn eerste speelfilm ‘Les 400 coups’ uit 1959.

Daniella Provost vertrekt vanuit haar ervaring met online hulpverlening als medewerker bij een Jongeren Advies Centrum (JAC). Ze stelt daarbij de taal in de online-wereld ter discussie. Wat gaat er bij online hulp verloren als het gesproken woord wegvalt? Is de taal die binnen die context van de online-wereld gebezigd wordt verarmd? Jongeren op de chat vertellen andere verhalen dan op het centrum. Chat biedt een ruimte om iets van het onzegbare te zeggen geholpen door anonimiteit. Daarbij komen ook topics naar voren als subjectieve verantwoordelijkheid met juridische implicaties, de ‘authenticiteitstwijfel’ en de ‘veellijners’.

Tot slot vertelt David Schrans over zijn ervaring op een FOR-K afdeling. Een pilotproject voor de ‘aanbieding van een intensieve klinische behandeling van jeugddelinquenten met psychiatrische stoornissen’. De centrale vraag van zijn artikel is als volgt: kan men binnen deze juridisch-klinische context überhaupt analytisch te werk gaan?

De theorie in combinatie met vraagstellingen in uitgewerkte casussen uit de praktijk, maakt deze bundel interessant, zeker voor mensen uit het werkveld. Een kleine kanttekening is de Vlaamse taal en het vakjargon dat de bundel ietwat minder makkelijk leesbaar maakt.

Esther Plompen


Slim maar...
Help adolescenten hun talenten benutten door hun executieve functies te versterken.
Richard Guare, Peg Dawson & Colin Guare. Hogrefe, 2012. ISBN 978 90 797 2977 7

In deze uitgave van ‘Slim maar…’  laten de auteurs zien wat ouders en professionals kunnen doen om adolescenten te helpen bij het versterken van hun executieve functies.

In het eerste deel wordt beschreven wat er bedoeld wordt met executieve functies en hoe de ontwikkeling van de hersenen te maken hebben met de ontwikkeling van de executieve functies. Er staan ook een paar testen in die door de ouders en de jongeren gemaakt kunnen worden, zodat er meer inzicht komt in de mate van de ontwikkeling van de executieve functies.

Het tweede deel begint met het beschrijven van tien principes voor het verbeteren van de executieve functies, de communicatie en handvatten voor het aanleren van de ontbrekende executieve functies.

Het derde deel biedt de lezer concrete handvatten.

Dit boek is voornamelijk geschreven voor ouders die problemen hebben met hun adolescente kind. Vaak heeft dat te maken met de nog niet ontwikkelde executieve functies van hun kind. De wijze van opvoeden is heel belangrijk in deze fase. Dit boek geeft de ouders inzicht over hun manier van opvoeden, hun eigen executieve functies en de ontwikkeling van de executieve functies van hun kind. Het boek bevat veel beeldende en herkenbare casuïstiek.

Het tweede deel begint met het geven van handvatten aan de ouders om op een positieve manier om te kunnen gaan met hun kind zodat er een goede basis ontstaat voor de ontwikkeling van de executieve functies. De wijze van communiceren met je kind komt aan bod. Daarin wordt duidelijk gemaakt hoe je afspraken maakt met je kind en hoe je de afspraken kunt monitoren. Intrinsieke motivatie van het kind voor het houden aan de afspraken is hierbij essentieel.

Vaak is het nodig om de executieve functies rechtstreeks aan te leren. Hiervoor wordt een stappenplan beschreven.

In het derde deel komen alle executieve functies apart aan de orde. Het boek wordt afgesloten met een hoofdstuk over coaching, voor als er hulp nodig is. Daarin wordt besproken wat coaching inhoudt.

Ik zie het boek als een concreet hulpmiddel voor ouders die problemen ervaren bij de ontwikkeling van hun puber. Het geeft veel inzicht over de ontwikkeling van de hersenen en daarmee de executieve functies. Tevens bieden de schrijvers de ouders handvatten om op een constructieve wijze invloed te krijgen op de ontwikkeling van de executieve functies van hun kind.

Annemarie de Blois


Supervisie
Van psychoanalyse en psychoanalytische therapie.
Marc Hebbrecht & Nicole Vliegen (red.). Garant, 2013. ISBN 978 90 441 3043 0

“Faites comme moi: n’imitez personne.” Dit in het boek vermelde citaat van Jacques Lacan vat een deel van de problematiek samen die wordt behandeld in ‘Supervisie: Van psychoanalyse en psychoanalytische therapie’.

In een heldere inleiding en elf hoofdstukken met elk een geheel eigen karakter geven verschillende auteurs hun visie op supervisie in de psychoanalytische therapie. Door supervisie wordt de essentie van de psychoanalytische therapie doorgegeven. Uit dit boek wordt duidelijk dat het daarbij niet alleen gaat om kennis en techniek, maar vooral om authenticiteit, creativiteit en intuïtie.

De hoofdstukken zijn divers van opbouw, stijl en inhoud. Sommige zijn wat theoretischer van karakter en gaan over bijvoorbeeld onderwijsmethoden en supervisietechnieken. Het gaat echter vooral over de praktijk, met de bijbehorende uitdagingen voor zowel supervisant als supervisor. Degene die supervisie ondergaat kan zich onzeker voelen. Kan ik dit eigenlijk wel? Ben ik wel goed genoeg voor dit vak? Maar ook de supervisor zelf kan onzeker worden in een supervisierelatie. Kan ik dat wat ik wil vertellen eigenlijk wel goed overbrengen? Hoe word ik een goede supervisor en hoe bepaal je dat eigenlijk?

Deze en vele andere ervaringen en vragen komen aan de orde. Er is veel ruimte voor ideeën over hoe de supervisor (samen met de supervisant) een veilige omgeving kan creëren. Het zoeken naar een omgeving die leren bevordert door uit te dagen én tegelijk ook ruimte biedt voor kwetsbaarheid en authentieke groei is een constante zoektocht. Zoals Ton Stufkens het in zijn hoofdstuk uitdrukt: “De supervisierelatie is eigenlijk een leer-alliantie.”

Hoe verschillend de hoofdstukken ook zijn, overal zien we begrippen als leren omgaan met je eigen tekorten, creativiteit en zelfreflectie terug. Een methode vol regels leren, en toch je eigen weg vinden. Een van de kernwoorden: authenticiteit. De auteurs dragen uit wat ze betogen. In verschillende bijdragen vertellen de schrijvers over hun eigen ervaringen met supervisie en hun soms ongemakkelijke gevoelens hierbij. Dit brengt het boek tot leven en geeft het meerwaarde.

Deze publicatie is in eerste instantie bedoeld voor therapeuten uit psychoanalytische richtingen. Met enige regelmaat lezen we over overdracht, machtsposities en narcisme. Maar de herkenbare omschrijving van de praktijk van supervisie maakt dat dit boek zeker interessant kan zijn voor iedereen die meer wil weten over supervisie- (en wellicht counsellende) relaties in het algemeen.

Marisca van Ommen – adviseur communicatie en counsellor