Actueel

Recensies Counselling Magazine juni 2013 senioren (deel 1)

di 04 jun 2013

Chronische pijn verklaard
Chronische pijn verklaard. Oorzaken, advies en aanpak.
Doeke Keizer en Paul van Wilgen, Lannoo, 2013. ISBN 978 94 014 0653 6

Wie pijn ervaart, gaat op zoek naar de oorzaak daarvan. Soms is die evident (verwonding door ongeluk), soms niet. Medisch onderzoek naar de oorzaak slaagt lang niet altijd; vaak wordt een reeks specialisten vergeefs geraadpleegd. De patiënt wordt wanhopig, want de pijn is echt en beperkt zijn levenskwaliteit. Keizer en Van Wilgen betwisten geenszins de echtheid van chronische pijn, die zeer invaliderend kan zijn. Tegelijkertijd maken ze duidelijk dat pijn kan blijven bestaan lang nadat de oorzaak is verdwenen. In principe vormen pijnsignalen een zinvolle waarschuwing, maar dat kan verkeren. Wanneer pijnsignalen op hun weg naar de hersenen in het ruggenmerg worden geselecteerd, treedt sensitisatie (gevoeliger worden) op. In een aantal gevallen is die sensitisatie zo effectief dat pijnsignalen worden verankerd in de structuur van het zenuwstelsel. Komt het eenmaal zover, dan is de pijn heel moeilijk te behandelen: deze wordt chronisch. De auteurs, pijnspecialisten, maken onderscheid tussen acute pijn (gevolg van een weefselbeschadiging of ontsteking), chronische en neuro pathische pijn (gevolg van een beschadiging in het zenuwstelsel). In 36 beknopte hoofdstukken, afgewisseld door interviews met bekende en onbekende Nederlanders met een geschiedenis van chronische pijn, belichten ze dit verschijnsel van diverse kanten. Ze gaan bijvoorbeeld in op de vraag waarom chronische pijn bij de een wel en bij de ander niet optreedt. Ze bespreken een reeks chronische pijnsyndromen, en maken duidelijk dat gevonden afwijkingen of slijtages lang niet altijd een verklaring voor pijn bieden. Ook belichten ze medicatie, die helaas weinig soelaas biedt. Meer soelaas biedt een brede bio psychosociale kijk op chronische pijn. Het biopsychosociale model focust op de wisselwerking tussen lichamelijke factoren, psychische (emoties, gedrag, gedachten, persoonlijkheid, angst en depressie) en sociale factoren (opvoeding, omgeving, stress/druk, situaties en werk). Overige hoofdstukken gaan in op onder meer placebo- en nocebo-effecten, culturele pijnverschillen, pijn en godsdienstbeleving, pijn bij sadomasochisme en kwakzalverbehandelingen. Het laatste hoofdstuk biedt op basis van het biopyschosociale model een lijst do’s en don’ts voor wie lijdt aan chronische pijn. Het boek bevat veel up-to-date informatie over een frequent voorkomend verschijnsel waarover veel onbekend is bij patiënten, hulpverleners en gezondheidszorgers. Het geeft op toegankelijke en heldere wijze zicht op de ‘state of the art’ in de wetenschappelijke literatuur; de lezer voelt zich direct aangesproken. Van wezenlijk belang is dat patiënten en anderen de aard van chronische pijn leren doorzien en ermee leren omgaan. Beperking van onvruchtbaar zoeken naar oorzaken kan de kosten van de gezondheidszorg drukken en ruimte bieden voor verdere ontwikkeling van de biopsychosociale aanpak. Dit waardevolle boek kan daarbij een inspiratiebron zijn.

Nel Jagt, maatschappelijk werker en supervisor

 

Cognitieve animatietherapie
Cognitieve animatietherapie.
Paul Camp. SWP, 2011. ISBN 978 90 8850 155 5

‘Animatietherapie’… voor mij een heel nieuw begrip, waar ik erg nieuwsgierig naar ben. Wat is animatietherapie en welke plaats neemt het in binnen de cognitieve therapie? Op deze vragen geeft het boek een vrij helder antwoord. De cognitieve animatietherapie zou je kunnen beschouwen als een uitbreiding van de cognitieve therapie. In het eerste, theoretische deel van het boek worden de principes van de cognitieve animatietherapie geïntroduceerd aan de hand van onder andere de evolutietheorie, het constructivisme, de cognitieve therapie en de gedragstherapie. De cognitieve animatietherapie werkt met het zogenaamde SCEGR-model (stimulus, cognitie emotie, goede bedoeling, respons). Die ‘goede bedoeling’ is waarin de cognitieve animatietherapie verder gaat dan de cognitieve therapie. Elke gedachte heeft een goede bedoeling, maar kiest vaak voor een slechte oplossing voor de cliënt. Een voorbeeld: Therapeut: “Het probleem zegt dat je moeder niet tegen jou zou mogen zeggen dat jij je niet zo aan moet stellen. Welke goede bedoeling zou het daarmee hebben?” Cliënt: “Om ervoor te zorgen dat niemand iets vervelends tegen me zegt.” Het probleem wordt ‘bezield’ (anima = ziel), waardoor het voor de cliënt makkelijker is om zich ervan te distantiëren en er een nieuwe relatie mee aan te gaan. Dit zal therapeuten en counselors die werken met innerlijke delen, bekend voorkomen. Het tweede deel is een praktisch deel. Interventies worden duidelijk uitgelegd, zoals het identificatieverminderend gesprek of rollenspel, het aanvaarden van gedachten of werken met de vraag ‘wat is het probleem nu?’. In dit tweede deel ook een hoofdstuk over het inzetten van computeranimaties als interventie. Dit vond ik het zwakste hoofdstuk van het hele boek. De schrijver suggereert dat het heel makkelijk is om met PowerPoint een animatiereeks van tekeningen en navigatieknoppen te maken, zodat de cliënt een keuze kan maken tussen de verschillende manieren van omgaan met een probleem. Hoe je dit precies doet wordt niet uitgelegd. Het hoofdstuk gaat vrijwel alleen over het werken met animaties en kinderen, voorbeelden met volwassenen ontbreken. Het boek eindigt met drie casussen, die verdere verheldering geven. Al met al een heel prettig geschreven, helder en toegankelijk boek, dat een goede inleiding vormt in de verschillende vormen van cognitieve (gedrags)therapie, waaronder dus de cognitieve animatietherapie.

Heidi Vijverberg, integratief therapeut en coach

 

Cognitieve Neuropsychiatrie
Cognitieve Neuropsychiatrie: een procesbenadering van symptomen.
Paul Eling, André Aleman & Lydia Krabbendam. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2013. ISBN 978 94 610 5196 7

Cognitieve neuropsychiatrie is een overzichtswerk voor de hulpverlener dat je een dieper inzicht biedt in de steeds meer onderzochte overlappende zone tussen de psychologie en psychiatrie. Deze kruisbestuiving is het gevolg van de toenemende visualisatietechnieken waarover de neuropsycholoog beschikt, alsook de steeds verder uitdijende kennis van de cognitieve en neuropsycholoog. Een kennisverruiming die haar aansluiting vond bij de oprukkende biologische psychiatrie, die een pathologisch proces in onze hersenen aan de basis legt van (alle) psychiatrische ziektebeelden. Een nieuwe wetenschappelijke benadering was geboren: ‘de cognitieve neuropsychiatrie’. De auteurs zijn met deze volledig herziene versie niet aan hun proefstuk toe. Bijgevolg krijg je een boek met een degelijke wetenschappelijke onderbouwing dat je meeneemt op een uiterst boeiende reis doorheen deze veelbelovende materie. De auteurs vertrekken in dit boek met een veelomvattend overzicht van de geschiedenis van de psychiatrie. Een geschiedenis met vele donkere momenten alsook lichtpunten die ongegeneerd aan bod komen. In dit overzichtswerk staat de procesbenadering centraal voor elk aangekaart psychiatrisch ziektebeeld. Consequent vertrekken de auteurs telkens weer vanuit een welbepaalde cognitieve stoornis en niet vanuit het psychiatrisch syndroom. De lezer krijgt telkens een overzicht van de kennis over deze stoornis doorheen de tijd, alsook de mogelijke behandelingen die doorheen de tijd werden gehanteerd. In dit fantastisch onderbouwd overzicht wordt stap voor stap de weg geopend voor de recenter verworven kennis uit cognitief neurowetenschappelijk onderzoek. Jammer genoeg staat de aandacht die besteed wordt aan nieuwe theorieën in dit overzichtswerk in schril contrast met de intensiteit waarmee over oude en soms gedateerde stellingen bericht wordt. Het laat de lezer, hulpverlener, dan ook vaak op zijn honger zitten. De verhoopte climax die een lans breekt voor de moderne en empirisch onderbouwde kennis van de neuropsychiatrie ontbreekt jammer genoeg maar al te vaak. Desondanks brengen de auteurs alle verworven kennis op zodanige manier aan de lezer over dat de gehanteerde procesbenadering hoge verwachtingen creëert voor de toekomst. Dit overzichtswerk is een welgekomen aanvulling en een aanrader voor ieder zichzelf respecterend hulpverlener. Zeker in tijden waarin steeds meer kritiek komt op de gangbare psychiatrie en de daarbij horende normeringen.

Koen Mast, personal en business coach

 

Counseling individuals with live-threatening illness
Counseling individuals with live-threatening illness
Kenneth J. Doka, PhD. Springer Publishing Company, 2009. ISBN 978 08 261 1541 6.

Doka geeft in zijn boek een gedegen en uitgebreid overzicht van relevante en kritische aspecten bij het begeleiden van cliënten met een levensbedreigende ziekte. Hij baseert zijn boek op het werk van Weisman (1980) en Pattisison (1969), het overlijdensproces van zijn vader en de talloze gesprekken die hij jarenlang voerde met cliënten met een levensbedreigende ziekte. Hij gebruikt in zijn boek de naam 'cliënt', omdat de naam 'patient' voor hem te veel passiviteit uitdrukt.

Doka begint met een kort historisch overzicht, waarin hij onder andere. kritisch kijkt naar het werk van Kübler-Ross en geeft aan dat 50 jaar geleden de diagnose van een levensbedreigende ziekte gelijkstond met een virtueel doodsbericht. Tegenwoordig is er door evolutie in de geneeskunde, de opkomst van hospices en palliatieve zorg een andere manier van denken over en handelen naar cliënten ontwikkeld. Het is niet alleen kunnen leven met een levensverwachting van enkele weken of maanden. Het is nu veelal een lange tijd met een ziekte kunnen omgaan binnen een bepaalde kwaliteit van leven, soms zelfs kunnen genezen. Een levensbedreigende ziekte is niet alleen een medische crisis, het is een psychologische, sociale, financiële en spirituele crisis. De ernstige ziekte treft niet alleen de cliënt, maar ook zijn familie en zijn gehele omgeving. Vandaar dat Doka opteert voor een holistische en family centered aanpak binnen het unieke van iedere cliënt.

Hij onderscheidt vier fasen: Prediagnostic, Acute, Chronic en Terminal, die Doka uitgebreid uitwerkt. In iedere fase heeft hij een aantal concrete taken voor de cliënt, de counselor en de omgeving. Hij kiest voor de term 'taak' en benadrukt dat het geen opdracht is. Een taak is een uitdaging voor een unieke cliënt op dat moment, waarbij de counselor niet als uitvoerder, wel als facilitator optreedt om samen de taak te onderzoeken en de cliënt te steunen in het wat en hoe van de uitvoering.

Een punt van aandacht is ., dat Doka zijn werk mag ondersteunen met studies en ervaringen van meer hedendaagse studies en ontwikkelingen. Ik mis onder andere verwijzing naar of ervaring met studies van Seligman, Fredrickson, Kabat-Zinn, Germer, Hayes, CRSnyder, en de alternatieve geneeskunde. Het boek is goed leesbaar, duidelijk en logisch ingedeeld en geeft veel praktijkvoorbeelden. Het biedt lezers een belangrijk kader voor het begrijpen en uitvoeren van de complexe taak van leven en sterven met een levensbedreigende ziekte.

Cees van Meurs MSc, counselor en coach

 

Counselling older clients
Counselling older clients
Ann Orbach, Sage Publications Ltd London, 2003. ISBN 978 07 619 4606 3

Orbach is een gepensioneerd psychotherapeute, die vanuit haar achtergrond (psychodynamische en humanistische psychologie (Rogers))en met haar ruime ervaring en grote betrokkenheid met oudere cliënten, dit gedegen boek schrijft. Als doelgroep ziet ze twee generaties mensen tussen de 60 en 90 jaar, de 'jong-ouderen' en de 'oud-ouderen'. Ze waarschuwt ervoor om ouderen niet als een speciaal 'soort' te beschouwen. Hun problemen zijn intrinsiek niet wezenlijk anders dan die van volwassenen, maar specifiek voor deze leeftijdsgroep is hoe een persoon omgaat met transities in zijn leven. Oud worden heeft veel gemeen met het bereiken van de pubertijd, namelijk het bereiken van een volgende fase op je levensweg.

Het werken met oudere cliënten ziet Orbach als specialistisch werk voor volwassen counselors die gekwalificeerd zijn in algemene counseling en bij voorkeur vanuit hun werk of familieleven ervaring hebben opgedaan in het omgaan met oudere mensen. Benadering vanuit gezond verstand gemixt met compassie is veel meer waard dan vanuit een hoofd vol psychologische theorie. In het praten met ouderen ervaart Orbach hoe belangrijk het is om een historisch gevoel en besef te hebben van de vele belangrijke veranderingen die in de 20? eeuw plaatsvonden. Het geeft je een idee hoe ze met al die veranderingen zijn omgegaan en vraagt mededogen als je merkt dat ze sommige veranderingen niet meer hebben kunnen volgen. Het gebruik van het vertellen van verhalen en hier op inspelen ziet ze in haar benadering als waardevol. In twaalf hoofdstukken neemt ze de lezer met passende thema's mee door het werkveld van counselen van oudere mensen. Ze geeft voorbeelden vanuit de praktijk en is heel stellig hoe de counselor in die situatie dan zou moeten reageren. Bij een voorbeeld waar de counseling na 30 sessies stopt, omdat de cliënt aangeeft dat counseling haar niets oplevert, heb ik wel enige vragen.

Ieder hoofdstuk eindigt met een kader 'Reflection en review' waarin ze de lezer met een aantal reflectievragen goed aan het denken zet. Hoewel zelf tot haar doelgroep behorend en inhoudelijk veel herkenning belevend, ervaar ik het boek als weinig uitdagend om te lezen en niet zo hedendaags. De laatste 20 jaar hebben er  zowel in de maatschappij, als bij het beeld van omgaan met ouderen, veel maatschappelijke veranderingen plaatsgevonden. Ik denk bijvoorbeeld aan ervaringen met de concepten van. mindfullness (Jon Kabath Zinn), selfcompassion (Kristin Neff) en ACT therapie (SC Hayes), die waardevol kunnen zijn bij het werken met ouderen.

Cees van Meurs MSc

 

Ethiek, recht en samenleving
Ethiek, recht en samenleving.
Bart Raymaekers. LannooCampus, (2013,  3de herziene uitgave)  . ISBN: 978 94 014 0614 7

Hoe rechtvaardig is recht? Wat telt zwaarder, de wetten van de staat, of het eigen morele geweten? Antigone laat haar geweten spreken, hoewel de nieuwe koning beveelt dat niemand die in een strijd tegen hem sterft, begraven mag worden. De wetten van de goden staan boven de wetten van de koning en ze voelt het als haar plicht om haar broer te begraven. In dit drama van Sophocles wordt de vraag naar de verhoudingen tussen recht en rechtvaardigheid, de status van menselijke wetten en het morele geweten gesteld.

De complexe relatie tussen recht en ethiek wordt pas in het tweede deel van het boek uitgewerkt. Bart Raymaeker start ‘Ethiek, recht en samenleving’ met een algemene inleiding in ethiek en een kennismaking met de centrale thema’s uit deze tak van filosofie. Hoewel dit boek is gestart vanuit een inleiding college voor studenten uit een juridische opleiding, vraagt het wel enige voorkennis. Van academisch geschoolde lezers mag een grote taalvaardigheid en een bepaald abstractieniveau worden verwacht. Een zin als  ‘(…) Door de vrijheid transcenderen we het empirisch determinisme van de fenomenale wereld en krijgen we toegang tot de noumenale wereld, die nu als een morele wereld wort begrepen’ p.56  vraagt om een snelle verwerking van abstracte begrippen naar een voorstelbare situatie. ‘Ethiek, recht en samenleving’ vraagt om een lezer die zich werkelijk wil verdiepen en het boek grondig wil bestuderen. Wanneer in een paragraaf over de politieke opvattingen van Machiavelli kort verwezen wordt naar Marx, Nietzsche en Freud als ontmaskeringsfilosofen, is het aan de lezer zelf om honderd pagina’s verder in een hoofdstuk over Marx deze relatie weer te leggen en de opmerking te plaatsen. Een geïnteresseerde lezer zal hier echter veel plezier aan beleven.

Prof dr. Bart Raymaekers is hoogleraar aan de katholieke universiteit Leuven. Hier doceert hij vakken op het gebied van ethiek, politieke filosofie en rechtsfilosofie. Met’ Ethiek, recht en samenleving’ heeft hij een degelijk werk geschreven,  met een heldere structuur en een prettige opbouw die zich steeds specifieker richt op vragen naar democratie, recht en rechtvaardigheid. De ‘kleine bibliografische gids’ draagt bij aan dit plezier. Hierin zijn Nederlandstalige basisteksten opgenomen, met daarna een korte selectie aan secundaire literatuur. Wie dit boek optimaal wil benutten, moet zelf aan de slag. Deze herziene uitgave biedt daar handvatten voor.

Charlotte Schmidt, studieloopbaancoach en stadspedagoog, docent Hogeschool Rotterdam.

 

Het huwelijk voorbij
Het huwelijk voorbij – Samen verder na de scheiding
Jocelyn Weimar. Boom 2013. ISBN 978 94 610 5504 0

Dit boek is een praktische gids voor als je gescheiden bent en je je leven weer op de rails wilt krijgen. Deze handleiding heeft een stappenplan met twaalf stappen die je prima thuis kunt uitvoeren. Het uitgangspunt is begrip. Als je in kan zien dat mannen en vrouwen van elkaar verschillen, kun je je gemakkelijker verplaatsen in je ex. Dat, samen met meer inzicht en begrip in je eigen patronen, is de basis om een nieuwe toekomst tegemoet te gaan.

Jocelyn Weimar is mediator en haar eerste boek uit 2012 heet ‘Uit elkaar gaan’. Dit gaat over het hele scheidingsproces en het maken van een ouderschapsplan. Dit tweede boek kun je zien als een soort vervolg. De eerste stap in haar plan is een zelfonderzoek. Wat is je situatie nu en kun je dit accepteren? In de volgende twee stappen kijk je terug op je scheiding en naar wie je nu bent en hoe je over jezelf oordeelt. Dan onderzoek je waar je tegenop ziet om vervolgens te kijken naar waar je over vijf jaar wilt staan. In stap zes vraag je je af wat je nodig hebt om je wensen te realiseren. Stap zeven behandelt je kwaliteiten. In deze stap maakt Weimar gebruik van de bekende kernkwadranten van Daniel Ofman (die overigens ook het voorwoord heeft geschreven). Deze methode onderzoekt wat je kernkwaliteiten zijn en hoe die in verhouding staan tegenover je valkuilen, je uitdagingen en allergieën. Het is een goede greep van de schrijfster om je eigen kernkwadrant te vergelijken met die van je ex. Zeer waarschijnlijk zit je ex precies in de hoek van je allergie!

In stap acht ontdek je wat je persoonlijke levenslessen zijn – en wat de eigenlijke reden was waarom je getrouwd bent. Stap negen gaat over ‘Grenzen stellen’. Daarna komt het ‘Afsluiten van je huwelijk’. Dan onderzoek je de verwachtingen die je had en de commitments die je destijds bent aangegaan. In stap elf en twaalf ga je aan de slag met de toekomst. Je maakt een meerjarenplan voor een leven voor jezelf, waarin je op autonome wijze grenzen kunt stellen en je talenten verder kunt gaan ontwikkelen. In de bijlagen met creatieve titels staan extra opdrachten. Zo is er een ‘APK-relatieformulier’, met een schema waarin je je reacties kunt onderzoeken ten opzichte van je ex. In ‘Gunfactor’ omschrijf je wat je je ex gunt.

Annette van der Maarel, Familycounselling

 

Zin
Zin, inleidende teksten in de humanistisch geestelijke begeleiding
Jan Hein Mooren. De Graaff, 2013. ISBN: 978 90 770 2467 6

‘Zin’ gaat over zin in al zijn vormen en bezien vanuit een humanistisch standpunt en is volgens de ondertitel een inleiding hierin. Het boek is opgebouwd uit 12 hoofstukken, waarvan een Engelstalig, die elk een lezing of artikel van Jan Hein Mooren weergeven. Deze lezingen lopen zeer uiteen qua onderwerp en geven daarmee een beeld van het brede spectrum van werkvelden waarin de humanistisch geestelijk begeleider werkzaam kan zijn. De opbouw is gedegen en duidelijk, zodat de lezer op een gestructureerde wijze bekend raakt met de wereld van het humanistisch geestelijk werk. Thema’s als verdriet, troost, seksualiteit en wijsheid komen aan bod. Ook de professionele ontwikkeling van de humanistisch geestelijk begeleider krijgt aandacht, net als de theoretische onderbouwing van het humanistisch geestelijk raadswerk. Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk, wordt de toepassing van het humanistisch gedachtengoed beschreven. Het onderscheid tussen humanistisch geestelijk raadswerk en bijvoorbeeld psychotherapie komt regelmatig aan bod. Het thema zingeving loopt als een rode draad door het boek. Zoals in de inleiding verwoord, gaat dit boek over drijfveren, dat wat voor mensen het leven de moeite waard maakt en de rol die een humanistisch geestelijk begeleider hierin kan vervullen. De wijze van schrijven en tekstopbouw is zeer gestructureerd met een korte samenvatting vooraf en in de inleiding een opsomming van wat komen gaat. De duidelijke structuur is opvallend en is de kapstok van de inhoud, van de existentiële thema’s die veelvuldig langskomen. De beschrijvingen van praktijksituaties geven nog meer gevoel aan de tekst. De auteur, Jan Hein Mooren, is 38 jaar werkzaam geweest als docent geestelijke begeleiding bij de Universiteit van Humanistiek. Dit boek is een bundeling van een aantal van zijn artikelen en lezingen ter gelegenheid van zijn afscheid. Het is tevens een weergave van zijn visie en werk. Zin biedt zeker een goede inleiding in het werk van humanistisch geestelijk begeleiders, maar biedt daarnaast ook een goede inleiding in het leven. Dat maakt het een boek waar voor de lezer veel herkenning in te vinden is. Het leven wat langs komt in al zijn facetten en een beroep doet op de menselijke ziel en geest, wordt zeer zorgvuldig en verdiepend beschreven. Puzzelstukjes kunnen op hun plek gaan vallen na het lezen van dit boek.

Angela Koolmees, trainer en counselor